Voor de S.B.O.-cup, een afvalcompetitie voor clubviertallen, was Rijssen in de 1e ronde gekoppeld aan het sterke W.S.G. Gelukkig een thuiswedstrijd, je zult maar op donderdagavond naar Winterswijk moeten…. Maar even goed geen eenvoudige opgave, ook al omdat de W.S.G.-schakers titelverdediger zijn. Overigens bleek deze wedstrijd een primeur te zijn: volgens de competitieleider van de S.B.O. waren beide clubs nog nooit eerder in S.B.O.-cup-verband tegen elkaar uitgekomen. Hoe is het mogelijk, zou je denken.
Na de loting (kleurbepaling op de 4 borden) gingen Jan Brinkman, Jan-Willem Lingeman, Mark van Sandijk en Harmen Vosman vol goede moed van start. En de partijen kwamen rustig op gang, weinig spektakel tot een uur of half elf en ogenschijnlijk 4 redelijk gelijke stellingen.
Harmen speelde op bord 4 tegen Marcel Krosenbrink (rating 1901) en hij kreeg toch langzaam maar zeker een redelijk ingewikkelde stelling op het bord. Ik dacht nog even dat hij er wel aardig door kwam, maar toen Marcel insloeg op f7 en na wat verplicht afruilen vervelend met zijn paard kon gaan springen, was het toch nog snel gebeurd (0-1).
Mark had Bert te Sligte (rating 1868) tegenover zich. In het middenspel kwam hij een pion achter en toen hij niet veel later nog een pion moest inleveren, zag het er niet goed uit. Later hoorde ik dat hij met enkele schaakzetten met de Dame één pion had teruggewonnen en op die manier een keurige remise had weten af te dwingen (0,5-1,5).
Op bord 2 nam Jan-Willem het op tegen Gerard Harbers (rating 1935). Na 2,5 uur spelen hadden ze slechts 15 zetten gedaan, een “echte” schaakpartij die niet opschiet dus. Maar in de eindfase werd dat gecompenseerd met flitsend spel, van met name de kant van Jan-Willem. Hij stond een stuk voor, zette zijn tegenstander mat en toch weer niet (Jan-Willem had één zet over het hoofd gezien), maar won uiteindelijk wel! Prachtige overwinning en de stand in evenwicht: 1,5-1,5.
Voor minimaal een gelijkspel moest Jan op bord 1 nu remise zien te houden. Een bijna onmogelijke opgave gezien de rating van Jochem Mullink, zijn tegenstander (2116). En het leek ook niet goed te gaan, toen zijn zwakke c-pion na lang verdedigen toch verloren ging. Maar toen de partij in een toreneindspel terecht kwam en beide spelers weinig tot zeer weinig tijd over hadden, wist hij er toch een remise uit te slepen.
En hiermee kwam de eindstand op 2-2. Maar aangezien er bij S.B.O-cup-wedstrijden een van beide verenigingen móet afvallen, werden de stukken weer klaargezet om via snelschaken (3 minuten + 2 seconden per zet) een winnaar te forceren. Helaas was W.S.G. hierin de sterkere, zij wonnen met 3-1 (Rijssense winst was wederom voor Jan-Willem) en bekeren dus door.
Al met al een leuke en verrassend spannende schaakavond, die pas voor kort voor middernacht ten einde kwam.